Is het mijn kortzichtige ego dat me stuurt
Naar een eigenwijze wens om af te wijken
Komt het door mijn kleinzerige ijdelheid
Dat ik tegen de stroom in zwem
Ben ik zo trots en arrogant
Dat ik niet mee wil gaan
En is het dus mijn eigen schuld dat ik nu verstoten wordt
Uit wat ooit mijn wereld was
Vernederd en opzij gezet
Vervloekt en uitgelachen
Aan de kant gezet over één kam geschoren
En gediscrimineerd
Ik kan niet begrijpen
Dat onze essenties
Opeens geen verbinding meer maken
Komen we niet voort uit dezelfde aarde
Uit hetzelfde gras waarop de koeien kauwen
Dezelfde zee waarin de vissen zwemmen
Dezelfde bomen die stormen doorstaan
Omvallen en opnieuw beginnen
Uit dezelfde apen die van de bladeren eten
Dezelfde krekels die de leegte tussen de takken opvullen
Met hun diepsnijdende gezang
Uit dezelfde vuurvlinders die de nacht verlichten
Voor de andere dieren in het bos
Komen we niet voort uit hetzelfde grandioze collectief
Dat bestaat bij de gratie van diversiteit
En dat authenticiteit behoeft en viert
Waarom worden er dan ineens arbitraire voorwaarden gesteld
Aan deelname
Waar is de verrukkelijk meerstemmige samenzang
Is het echt mijn ego
Dat mijn dwarsheid voedt
Of is het eerder mijn ongeschonden intuitie
Die de onvoorwaardelijkheid nooit zal opgeven
Die voorbij alle verwarring, angst en pijn
Volhoudt dat die nog steeds en voor altijd
En overal kan zijn